Actueel

Lezing themadag Commissie Ouderzorg Religieuzen – september 2019

 Een waardevolle samenwerking … zonder vervreemding?

Zorg uit handen geven … toevertrouwen aan niet kloosterlingen en niet vervreemden … kan dat?

Eerst iets in het kort over de situatie van waaruit ik u wil gaan vertellen over dit thema.

20 jaar geleden kwam ik in het bestuur van de Zusters van “De Voorzienigheid” te Heemstede.

In die 20 jaren heb ik veel geleerd: wat wezenlijk is voor het religieuze leven en wat veranderbaar is; wat wel of niet werkt; waar gevoeligheden liggen; waar valkuilen liggen.

20 jaar geleden waren we nog met 190 leden en nu 49 leden, met een gemiddelde leeftijd van 87.

20 jaar geleden had het congregatiebestuur het bijna allemaal nog zelf in handen en nu is er naast dit bestuur een tweede kerkrechtelijke instelling: de R.K. Beheerstichting Congregatie “De Voorzienigheid” die ten dienste van de Congregatie werkt. We kennen nu een werkorganisatie met een manager en ruim 20 medewerkers en een aantal vrijwilligers.

29 leden van de Congregatie wonen in de zorginstelling Bosbeek. De geïndiceerden ontvangen de zorg vanuit de Stichting Sint Jacob, maar we hebben ook zorg ingekocht voor de zusters zonder indicatie. Er wonen naast de zusters van “De Voorzienigheid” 12 zusters van andere congregaties en ongeveer 80 niet-kloosterlingen. Het is een huis dat eerst van “De Voorzienigheid” was, maar in 1997 in een fusie is overgagaan naar een Stichting met meerdere zorginstellingen: Stichting Sint Jacob. Wel met een samenwerkingsovereenkomst.

Een huis voor ongeveer 120 bewoners, dus de zusters zijn duidelijk in de minderheid.

De cultuur binnen “De Voorzienigheid” is er een van grote zelfstandigheid van de leden: persoonlijke keuzes en verantwoordelijkheden spelen een belangrijke rol.

Ik wil mijn ervaringen met u delen, niet met de bedoeling om aan te geven dat dit het beste is; elke congregatie / orde heeft eigen sfeer / cultuur en ontwikkelingen en die hoeven niet minder goed te zijn. Als ik iets zeg over de niet-kloosterlingen die we ‘binnenhalen’, besef ik heel goed dat hier nu mensen zitten met ‘oren op steeltjes’ … Voel u niet te snel aangesproken!!

Wat ik wil is het vele goede overbrengen dat de samenwerking met niet-kloosterlingen ons heeft gebracht.

Ik ga u dus iets vertellen over de zorg die rechtstreeks onder het bestuur van “De Voorzienigheid” valt en over de samenwerking met de Stichting Sint Jacob: de zorginstelling waar we zorg en wonen voor zusters hebben ingekocht. De organisatie voor deze geboden zorg valt dus niet onder de Congregatie.

Zorg uit handen geven. Onderdelen die ik met u wil delen zijn:

  • Wat is er aan de hand ?
  • Wat betekent het / kan het betekenen de zorg voor elkaar met niet-kloosterlingen te delen / over te dragen?
  • Wat kan tot steun zijn in dat proces van veranderingen?
  • Wat blijft de onvervreemdbare rol van het congregatiebestuur?
  • Maatschappelijke betekenis.

 Wat is er aan de hand ?

Lang hebben we zelf alles kunnen regelen met leden van de eigen Congregatie
De draagkracht van de gemeenschap wordt nu steeds minder:

  •  het ’verdragen/verder dragen’: het ‘samen goed houden’ als groep medezusters wordt moeilijker;
  • het ‘toedragen’: het vermogen om elkaar te helpen met kleine dingen; elkaar kunnen inspireren neemt af;
  • het bestuurlijk dragen: zijn er nog leden die dit kunnen?

Maar als dat niet meer gaat, wie komt er dan binnen en wat betekent dat? Hoe begeleiden we dit proces?

Wie komen er binnen?

  1. Meer zakelijke hulp / iets meer op afstand van de gemeenschap:

economen, juristen, administrateur, adviseur, manager (de organisatorische of bestuurlijke ondersteuning).

Deskundigen met een sterke professionele houding en toch ook betrokken; die zich willen en kunnen verdiepen in de doelgroep.

  1. Maar als ze ook onze huiskamers binnenkomen en bij de koffie zitten, meegaan naar de dokter, meegaan om kleding te kopen? Dicht bij de gemeenschap komen.

Over wie hebben we het dan?

Mantelzorgers: coördinatrices, huiskamermedewerkers en vrijwilligers.
Naast een deskundige houding en betrokkenheid gaat het dan ook

  1. om het kunnen omgaan met de meer persoonlijke zaken van een zuster;
  2. het sociale: het groepsgebeuren – het gemeenschapsgebeuren.

Wat betekent het / kan het betekenen de zorg voor elkaar met niet-kloosterlingen te delen / over te dragen? Ik wil graag wat ervaringen met u delen.

Wat kan het oproepen?

Het roept gevoelens en vragen op:

  • Opluchting voor het congregatiebestuur … ruimte voor de wezenlijke taken, die te maken hebben met spiritualiteit en het welzijn van de leden.
  • Angst om de regie uit handen te geven en te vervreemden; het nog niet kunnen toevertrouwen: ‘ze zijn geen congregatielid’. Kunnen ze onze bewogenheid, onze cultuur verstaan?
  • Hoe kom je tot een acceptatie van de realiteit als bestuur en als gemeenschap?
  • Welke adequate hulp is nodig en hoe halen we deze hulp binnen / waar te vinden?
  1. positieve ervaring:
  • Werk / uitvoerende taken uit handen laten nemen geeft ruimte: letterlijk en figuurlijk.
  • Brengt een zekere elan, frisheid, energie binnen die zo goed kan doen.
  • Deskundigheid binnenhalen kan een nieuwe kijk geven op structuren en helpen omgaan met nieuwe ontwikkelingen (digitale wereld).
  • Maar ook alertheid: wat mag je laten vieren en wat moet je behouden!
  1. Waar duiken vragen op / waar zul je extra aandacht aan moeten schenken?
  • Privacygevoelige zaken t.a.v. het meer persoonlijke (meegaan naar de dokter)

en omgaan met geld (meepraten over besteding van geld) en het omgaan met materialen, gebouwen, terrein (het is toch van ‘ons’!).

  • Kan men onze cultuur verstaan: onze voorkeuren verstaan (voortkomend uit het leven met geloften en in een gemeenschap) en daar rekening mee houden als niet-kloosterling?

Situaties die zich bijv. afspelen:

  • op de grens tussen begeleiden en ‘overhalen’: kunnen de medewerkers helpen goed keuzes te maken? (kleding kopen: soberheid of er leuk uitzien!!).
  • Bij ruimte voor persoonlijke verantwoordelijkheid van de zusters: tijd nemen om keuzes te laten groeien en soms toch ook ‘over de drempel helpen’. Zo kan de vraag: ‘kan ik nog iets voor u doen?’ de verantwoordelijkheid bij de zuster laten. Vraagt van de medewerker een ontspannen houding … geen haast.
  • Omgaan met de vrijheid van de zuster; bijv. bepalen wat een zuster zou moeten of juist vragen wat een zuster zelf wil (bijv. naar de kapel voor een viering).

Oog hebben voor:

  • Ruimte die je moet bieden waarin de ‘zorggever’ zijn / haar verantwoordelijkheid kan beleven / uitvoeren. En het bespreekbaar maken als ze in hun voortvarendheid toch te snel of te vanzelfsprekend handelen.

Wederzijds respect hoog houden.

  • Herkennen van houdingen bij de zusters die bij het ouder worden horen en vaak sterker worden (door congregatiebestuur en medewerkers).
    • De pijn herkennen van het niet meer zo dienstbaar kunnen zijn / mogen zijn.
    • Het moeilijk vragen: men wil zelfstandig blijven of vraagt juist te snel / te veel met het gevaar te hospitaliseren, doordat men in groepen ook op elkaar leunde.
    • ‘Shoppen’ herkennen: van de een naar de ander lopen om iets snel gedaan te krijgen.
    • Vergelijken van de huidige tijd en vroeger: … toen men zelf in het werk stond.
  • Het anders omgaan met de tijd als / door medewerker. Gaat het om ZORG of een luisterend oor ? Doen of zijn. Het werken met diensttijden en niet altijd aanwezig zijn.
  • Als congregatiebestuur vraagt het een bepaalde houding: uit handen geven en laten gebeuren van uitvoerende zaken en toch nabij blijven … hoe doe je dat?

Naast goede oren, ogen en inlevingsvermogen zorgen voor goede communicatielijnen: wekelijks overleg met manager en schriftelijk verslag van teamoverleggen.

Bij een ernstige situatie met een zuster worden we direct via de mantelzorger / coördinatrice benaderd.

Protocollen voor ziekenhuisopname, begrafenis enz.

 

Wat kan tot steun zijn bij een veranderingsproces:

  1. Voor de gemeenschap

Samen in een proces van verandering gaan staan.

  • De gemeenschap meenemen … voorbereiden … ondersteunen (koffiegesprekken).
  • Samen ontdekken wat niet meer gaat en dan (als bestuur of samen) bepalen welk soort hulp nodig is.
  • Informeren / duidelijk maken waarom een verandering staat te gebeuren.
  • Ruimte bieden om te reageren en met tips te komen.
  • Laten weten welke verantwoordelijkheid de nieuwe medewerker of het bestuurslid heeft.
  • Bespreekbaar maken (individueel of in groepje) waar medezusters tegenaan lopen / helpen om tot een acceptatie te komen.
  • Helpen de vragen op de juiste plaats te leggen.

Leefbaarheid hoog houden binnen de groepen / Congregatie:

  • Groepsbijeenkomsten op maat: voor gesprekken of bezinningsmomenten.
  • Inspelen op de mogelijkheden en onmogelijkheden van de gemeenschap om de leefbaarheid en het welzijn zoveel mogelijk te behouden. Men heeft elkaar minder te vertellen op de oude dag en door het niet meer werken in de maatschappij. Ook doofheid en vergeetachtigheid spelen hier een rol. En men zoekt toch gezelligheid. Wat kun je doen?

Gelegenheden aangrijpen om iets te vieren: verjaardagen, jubilea; gezelligheid in de huiskamers brengen bijv. door bij de koffie aanwezig te zijn als mantelzorger / huiskamermedewerker.

Het afgelopen jaar hebben we een nieuwe ontwikkeling meegemaakt: leden van verschillende congregaties die in Bosbeek wonen in gelegenheid gebracht bij elkaar koffie te drinken. Het geeft nieuw ‘leven’ door nieuwe verhalen / oren.

Huiskamer de hele dag open (krant lezen, muziek, praatje …) zijn ook mogelijkheden om de leefbaarheid hoog te houden.

Informatie over het levensproces waarin we zitten.

Onlangs hebben we de cursus over het ouder worden door InziGt in huis gehaald. Zeer waardevolle ondersteuning voor de groep.

 

Contacten onderhouden met alle leden van de Congregatie. (29 in Bosbeek – 7 op het terrein – 13 elders).

  • Activiteiten (zowel bezinnende als gezellige) waarin ze elkaar blijven ontmoeten. Op de koffie in Bosbeek. Sommigen eten in hetzelfde restaurant. Met de elderswonenden bespreken wat het betekent op je eigen woonplek oud te willen worden en wat het betekent in Bosbeek te komen wonen. Ook voor deze elderswonende zusters is een coördinatrice aangesteld en is de administratie van de Congregatie van veel betekenis.
  • Mogelijkheden bieden om nieuwe medewerkers of bestuursleden te leren kennen. Gesprekken gevoerd met de bestuursleden van de Beheerstichting, nieuwe medewerkers stellen zich voor in een bijeenkomst – gaan koffie drinken.
  • De religieuze leefsfeer, de onderlinge saamhorigheid proberen te behouden wordt ook bepaald door een Samenwerkingsovereenkomst met de Stichting Sint Jacob op basis van de fusieafspraken die in 1997 zijn vastgelegd.

Aspecten uit de samenwerkingsovereenkomst:

  • Algemene ruimten geen andere bestemming geven zonder overleg c.q. toestemming. Bijv. de kapel of huiskamers.
  • Afspraken over de voeding / restaurant: samen eten.
  • Afspraken over extra uren verzorging voor de niet-geïndiceerden.
  • Zusters hebben voorrang als ze in Bosbeek willen komen wonen.

Ook religieuzen uit andere congregaties konden / kunnen hier een woonplek vinden. Meer religieuzen in huis geeft meer mogelijkheid de religieuze sfeer in huis te bewaren, zeker in een huis waar steeds meer niet-kloosterlingen komen te wonen.

  1. Wat kan tot steun zijn voor de mensen die je in dienst neemt of als vrijwilliger aantrekt?

Voor beide partijen geldt: de juiste persoon op de juiste plek.

Voor je iemand in dienst neemt: goed weten wie je zoekt: profielschets helder hebben. Duidelijke taakinvulling voor ogen hebben en je laten informeren over de mogelijke kandidaten. Verwachtingen duidelijk hebben. 

Zoveel mogelijk duidelijk maken met wie / voor wie ze komen werken. Bepaalde religieuze kennis; inlevingsvermogen (wel afhankelijk van de functie). Zekere bescheidenheid / integriteit.

  • Goede duidelijke omschrijvingen van taken / verantwoordelijkheden / mandaten en de ruimte geven die uit te voeren.
  • Scholing: Stichting Zin in Vught of scholing binnenhalen via KNR, InziGt, Reliëf of GGZ. Of intern: een zuster die vertelt over het leven in een ‘kloostergemeenschap’. Soms kan de scholing gelijk oplopen met een informatie voor de gemeenschap; bijv. informatie over de veranderingen die optreden bij het ouder worden; omgaan met doven en slechthorenden of mensen die vergeetachtig worden; geheugentraining.
  • Goede communicatie want de gemeenschap verandert steeds; dat vraagt flexibiliteit van een medewerker. Goed team dat mogelijk ‘breed inzetbaar’ is.

Door kapittelbesluiten of verandering in de organisatie kan het zijn dat een medewerker zich niet kan vinden in de vernieuwing. Dan is de ruimte om afscheid van elkaar te nemen -met wederzijds respect- wel belangrijk.

  • Mogelijkheden creëren en pakken om elkaar goed te leren kennen (vakantieweken, meehelpen en aanwezig zijn bij een feest).
  • Waardering naar elkaar uitspreken: via attenties bij St. Nicolaas, Kerstfeest, verjaardagen, afscheid. Belangstelling tonen. Laten weten: ‘jij doet er toe’.
  1. Ook de ‘werkers’ en de bewoners (niet-kloosterlingen) binnen de (zorg)instelling in Bosbeek informeren over het religieus leven, de geschiedenis van het ‘huis’. Waarden / gevoeligheden die belangrijk zijn: gezamenlijk eten; gebedsmomenten, gezamenlijke vieringen; omgaan met bepaalde materialen in huis. Wederzijds begrip.

Wat blijft de onvervreemdbare rol van het congregatiebestuur?

  • Contact met de individuele leden: het contact dat iedereen het gevoel geeft: ‘ik hoor er bij; ik doe er toe.’ Maar ook feeling houden met wat er leeft; waar tegenaan gelopen wordt; wat goed doet en wat niet.
  • Eindverantwoordelijkheid blijven dragen (met name voor de spiritualiteit, zorg en welzijn) voor je medezusters ook al delegeer je taken en functies. Deelnemen aan vergaderingen waar bestuurlijke besluiten vallen.
  • Binnen de organisatie oog blijven houden voor de eigenheid, cultuur zodat men niet vervreemdt en de leden het religieus zijn kunnen blijven beleven (constituties / kapittelafspraken, samenwerkingsovereenkomst met de zorginstelling zijn richtlijnen).
  • Open oor en oog voor waar tegenaan gelopen wordt en zo nodig bespreekbaar maken / laten maken. Vragen laten waar ze horen.
  • Contact houden met de leidinggevende / manager van de organisatie te Bosbeek (Stichting Sint Jacob) en de pastorale dienst van Bosbeek; aandachtspunten aanreiken m.n. daar waar het religieuze leven en welzijn betreft.
  • Verbindende rol.

 

Heeft het maatschappelijk ook iets te betekenen en te bieden?

De maatschappelijke betrokkenheid is altijd een pijler geweest voor de actieve congregaties. Speel dat in dit proces ook?

Voor de gemeenschap:

  • je haalt ‘de maatschappij binnen’: andere ontmoetingen …. zusters attent maken dat omgaan met medewerkers / medebewoners voor hen ook een mogelijkheid is een steentje bij te dragen aan de maatschappij;
  • met deskundige hulp maatschappelijke inzet en betrokkenheid vorm blijven geven … ook nu … bijv. door informatie over de projecten die we steunen.

Voor de nieuwe medewerkers/vrijwilligers:

  • werkgelegenheid;
  • kennis laten maken met een andere levensinstelling: niet altijd gaat het om efficiëntie of handelen …;
  • andere menselijke waarden kunnen op de voorgrond staan … de ruimte daartoe creëren: menslievende zorg / gastvriendschap / persoonsgericht / gemeenschapsvormend … zorg en ‘nabij zijn’ in de praktijk mogelijk maken voor zover dat kan. Aandacht voor spirituele bewogenheid.

Samenvatting

. het is belangrijk de zorg voor onze congregatieleden hoog te houden -tot en met het

laatste lid- opdat zij het religieus zijn kunnen blijven beleven;

. deskundigen inschakelen: bekwame, betrokken mensen;

. samen in het proces gaan staan:

 -verbindingen leggen, veel uitwisseling, open gesprek, keuzes maken;

-laten ‘vieren’ om te komen tot toevertrouwen en het vertrouwen laten winnen;

-komen tot                     

een waardevolle samenwerking … zonder vervreemding?

 

Het zal anders gaan, maar anders hoeft niet vervreemdend te werken, mits men het proces mee kan maken.

 

Riet Hendriksen

Actie voor studenten in Kirkuk: adopteer een student

 

Op Onder het motto “adopteer een student” worden sponsorgelden gezocht, om studenten van diverse achtergronden – christenen, yezidi’s, moslims; meisjes en jongens – in de gelegenheid te stellen hun studie in Kirkuk af te ronden. Onder meer Kerk en Vrede, Ludgerusparochie Utrecht, het Utrechts Platform voor Levensbeschouwing en Religie en de Congregatie der Zusters van “De Voorzienigheid” doen hieraan mee.  Mensen die willen bijdragen aan het project kunnen dit doen via bankrekeningnummer:  NL74INGB0000435382 t.n.v. Kerk en Vrede, onder vermelding van “Kirkuk”.

Lees meer